Magazine Logo

Natuurlijke selectie heeft autisme niet uitgeselecteerd

Annemie Ploeger

WTA

Autismespectrumstoornis (ASS) heeft een relatief hoge prevalentie en een hoge erfelijkheid; daarnaast krijgen mensen met ASS relatief weinig kinderen. Vanuit een evolutionair perspectief leidt dit tot een paradox: waarom heeft natuurlijke selectie de genen die ten grondslag liggen aan ASS dan niet uitgeselecteerd? In de literatuur zijn drie mogelijke verklaringen beschreven om deze paradox te ontrafelen. In dit artikel worden deze uiteengezet, samen met de wetenschappelijke evidentie. Met een vierde nieuwe mogelijke verklaring wordt het artikel afgesloten. Met een prevalentie van circa 1% komt autismespectrumstoornis (ASS) relatief vaak voor (Fombonne, 2020). De aandoening heeft een hoge erfelijkheid (Sandin, Lichtenstein, Kuja-Halkola, Hultman, Larsson, & Reichenberg, 2017). Daarnaast is bekend dat mensen met ASS relatief weinig kinderen krijgen; mannen met ASS krijgen een kwart en vrouwen met ASS de helft van het aantal kinderen in vergelijking met de algehele bevolking (Power et al., 2013). Dit is inclusief de relatief hoogfunctionerende mensen met autisme (voorheen ‘aspergersyndroom’ genoemd) en mensen met een relatief milde vorm van autisme (voorheen ‘PDD-NOS’ genoemd). Dit hangt samen met het feit dat mensen met ASS relatief vaak alleenstaand blijven (Larsen & Mouridsen, 1997). Vanuit een evolutionair perspectief leidt dit tot een interessante paradox: als mensen met ASS een relatief laag reproductief succes hebben, waarom heeft natuurlijke selectie de genen die ten grondslag liggen aan ASS dan niet uitgeselecteerd? Deze paradox heeft geleid tot vele pogingen om tot een antwoord te komen (Keller & Miller, 2006), die heel breed genomen vallen onder drie mogelijke verklaringen (die ook van toepassing zijn op andere stoornissen met een relatief hoge prevalentie, een hoge erfelijkheid en een laag reproductief succes, zoals schizofrenie). Om de rest van dit artikel te lezen dient u zich in te loggen of te registreren.

WTA

WTA (Het Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme) is een peerreviewed tijdschrift met als doelstelling het bevorderen van de verspreiding van wetenschappelijk gefundeerde kennis over het spectrum van autismestoornissen in het Nederlands taalgebied. De verbreding van het wetenschappelijk fundament is gericht op de verbetering van de positie van mensen met autisme in de samenleving in de meest brede zin van het woord.

Naar de website.



Ouderschapskennis

Ouderschapskennis, voor opvoedondersteuners en ouderbegeleiders, is een tijdschrift voor de studie van ouderschap en ouderschapsproblematiek. De redactie van Ouderschapskennis weet uit ervaring wat de dagelijkse dilemma’s op de werkvloer van ouders, ouderbegeleiders en opvoedondersteuners zijn.

Naar de website



Waardenwerk

Tijdschrift Waardenwerk richt zich op het onderzoeken en ondersteunen van werken aan waarden op drie, onderling samenhangende niveaus: het niveau van de persoonlijke bestaansethiek, het niveau van werk en professioneel handelen en het niveau van organiseren en besturen.

Naar de website



Participatie en Herstel

‘Participatie en Herstel’ is een voortzetting van het Tijdschrift voor Rehabilitatie en Herstel. Het richt zich op ondersteuning van maatschappelijk herstel, sociale inclusie en het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting van mensen met een verslaving of met forensische problematiek.


Naar de website